Wat is het sleutel-slot-principe?

Enzymen hebben een specifieke werking. Dat wil zeggen: ze katalyseren slechts de omzetting van één bepaalde molecuulsoort of versnellen slechts één reactietype. Dit houdt in dat een enzym een bepaalde molecuulsoort moet kunnen herkennen. Dit herkennen is een kwestie van ruimtelijke bouw van het enzymmolecuul. Een enzymmolecuul heeft een 'holte', waarin een bepaalde molecuulsoort min of meer past.

Het sleutel-slot-principe is een model dat de specifieke werking van een enzym verklaard. Deze specificiteit kan verklaard worden door het enzym te beschouwen als een slot waarin slechts één stof als een soort sleutel past. Andere stoffen hebben niet de juiste vorm en zullen niet door het enzym worden vastgezet.

Het sleutel-slot-principe.

Onder het substraat verstaat men de stof die reageert als gevolg van de enzymwerking.

Een voorbeeld van een enzym is sucrase. Dit enzym katalyseert de hydrolyse van sucrose in glucose en fructose.
Het substraat (sucrose) past in het enzym (sucrase) als een sleutel in een slot. Het enzym zorgt er vervolgens voor dat de hydrolyse gemakkelijk kan plaatsvinden. De twee producten, glucose en fructose, verlaten hierna het enzym waarna dit weer vrij is voor een nieuw substraatmolecuul.

De hydrolyse van sucrose.