Welke vormen van warmtetransport zijn er?
Warmte kan worden overgedragen door geleiding, door stroming en door straling.
Geleiding
Bij geleiding (ook wel conductie genoemd) wordt energie overgedragen door middel van rechtstreeks contact. Metalen geleiden bijvoorbeeld warmte erg goed terwijl hout een slechte warmtegeleider is.
Voorbeeld:
De steel van een pan wordt heet omdat de warmte van het vuur door het metaal wordt geleid.
Stroming
Bij stroming (ook wel convectie genoemd) neemt een gas of een vloeistof warmte op om die vervolgens ergens anders weer af te geven. Er vindt dus transport over een grotere afstand plaats.
Voorbeeld:
Een kamer wordt verwarmd doordat warme lucht bij een radiator opstijgt en door de kamer gaat circuleren.
Straling
Bij straling wordt de warmte overgedragen door elektromagnetische golven zoals infraroodstraling. Ook bij straling is geen direct contact met de warmtebron noodzakelijk. Warmtetransport door straling kan zelfs door vacuüm plaatsvinden.
Voorbeeld:
Het zand van een strand wordt verwarmd door straling van de zon.