Hoe tel je vectoren bij elkaar op?

Vectoren kun je bij elkaar optellen aan de hand van een tekening. Er zijn twee manieren: de parallellogram-methode en de kop-staart-methode.

Parallellogram-methode

Om vector \(\large\vec{a}\) en vector \(\large\vec{b}\) bij elkaar op te tellen, laat je beide vectoren in hetzelfde punt beginnen. Vervolgens teken je een parallellogram waarbij de overstaande zijden parallel lopen met de twee vectoren. De somvector \(\large\vec{c}\) is dan de diagonaal van het verkregen parallellogram.

De parallellogram-methode.

Kop-staart-methode

Om vector \(\large\vec{a}\) en vector \(\large\vec{b}\) bij elkaar op te tellen, laat je de staart van \(\large\vec{b}\) beginnen bij de kop van \(\large\vec{a}\). De vector die dan wijst van de staart van \(\large\vec{a}\) naar de kop van \(\large\vec{b}\) is somvector \(\large\vec{c}\).

De kop-staart-methode.