Kunnen koolstofverbindingen redoxreacties ondergaan?
Ook bij koolstofverbindingen kunnen we spreken over oxidatoren en reductoren. Alcoholen (koolstofverbindingen met een -OH groep) kunnen reageren met sterke oxidatoren. Dit betekent dat alcoholen reductoren zijn.
In een alcohol is de -OH groep gebonden met een koolstofatoom, dat op zijn beurt weer is verbonden met andere koolstof- en waterstofatomen. Als de -OH groep gebonden is aan een -CH2 groep spreekt men van een primair alcohol (1). Is de -OH groep gebonden aan een -CH groep dan spreekt men van een secundair alcohol (2). Is de -OH groep gebonden aan een -C groep dan spreekt men van een tertiair alcohol (3). Het koolstofatoom waar de -OH groep aan gebonden is, is dan zelf weer gebonden aan drie andere koolstofatomen.
Primaire, secundaire en tertiaire alcoholen reageren ieder op een andere wijze met sterke oxidatoren.
Primair alcohol
Een primair alcohol wordt door een oxidator omgezet in een alkanal (aldehyde, een koolstofverbinding met een C=O groep aan het einde van het molecuul), twee H+ ionen en twee elektronen.
Secundair alcohol
Een secundair alcohol wordt door een oxidator omgezet in een alkanon (keton, een koolstofverbinding met een C=O groep in het midden van het molecuul), twee H+ ionen en twee elektronen.
Tertiair alcohol
Een tertiair alcohol zal niet reageren met een oxidator.
Verdere oxidatie
De oxidatie van koolstofverbindingen is niet beperkt tot alcoholen. Ook alkanalen kunnen reageren met een oxidator. Het alkanal dat ontstaat na oxidatie van een primair alcohol kan zelf weer worden omgezet in een alkaanzuur (een koolstofverbinding met een -COOH groep). Voor deze reactie is echter wel de aanwezigheid van water noodzakelijk.
Een alkanon, het product dat ontstaat na oxidatie van een secundair alcohol, zal niet verder reageren met een oxidator.